Servantes du Seigneur
En continuant dans la rue de la Madeleine, à gauche et en face du n°18, s’alignent plusieurs maisons romanes du 12ème siècle d’une conservation exceptionnelle. Elles abritaient les Dames servantes du Seigneur et les hommes travaillant au château.
On remarque une porte Romane arc plein cintre à tympan au nombre d’or (le nombre d’or est la proportion harmonieuse entre longueur et largeur), quand la porte fait un mètre de large, la hauteur fait 1m618. Sa porte en bois a été faite selon la méthode moyenâgeuse, c’est à dire les planches verticales à l’intérieur et horizontales à l’extérieur, assemblées par des clous en fer forgé assez longs qui se retournaient de l’autre coté. Sous le toit, une ancienne fenêtre géminée sur laquelle apparait une sculpture archaïque en creux.
Au numéro 9, sur le linteau incurvé de la porte, une coquille St Jacques indiquait aux pèlerins en route pour St Jacques de Compostelle où se trouvaient le gite et le couvert.
En s’adossant au mur coté pair, on aperçoit à l’étage de la maison en retrait, une fenêtre géminée avec au sommet de la colonne 4 figurines du 13ème s. de facture Cyclades grecques (elles représentent les 4 points cardinaux).
Plus loin dans la rue de la Madeleine, l’ensemble des trois maisons coté impair (n°11, 13 et 15) font partie de la maison des Dames. La première partie est crépie et cache les pierres que vous verrez au n°13.
Après cet ensemble à gauche (face au n°26), c’est une vue dégagée sur la façade sud de la maison de défense en face de la demeure seigneuriale. Adossée à la maison de défense, la façade présente 2 fenêtres romanes obstruées dont une géminée (c’est une demeure noble).
Plus loin dans la rue (face au n°30), une porte romane avec sa clef de voûte décalée (rare), puis en face du n°32 une porte (verte) avec arc de décharge par 2 pierres en triangle, qu’on retrouve dans l’antiquité grecque (plus ancienne que les portes romanes).
Of interest is a Romanesque door with a distinctive arch and golden (perfect) tympanum offering a harmonious sense of proportion of height and width : the door being 1 metre wide and 1.68 m tall. This is the perfect number. Its wooden door has been made according to medieval custom, i.e. with vertical planks on the interior and horizontal ones on the exterior held together by long cast iron nails which are turned over on the other side. Beneath the roof is a very old window bearing a hollowed archaic sculpture.
At No 9, on the curved lintel of the door, can be seen a scallop shell indicating to pilgrims travelling to Santiago de Compostello where lodging and food could be found.
Leaning against the wall on the even-numbered side of the street one can perceive at the end of the garden a gemeled window with four figurines at the top of the column ; dating from the 13th century the sculpture depicts the Greek Cyclades, representing the cardinal points of the compass.
Further along the Rue de la Madeleine, the group of three houses (Nos 11, 13 and 15) form part of the Maison des Dames. The front of the first has been rendered, unlike on No 13 where the stonework is visible.
After this group on the left, you will have a clear view of the south side of the fortified house situated opposite the seigneurial residence. Set against the fortified house, the façade reveals two blocked Romanesque windows, of which one is gemeled ; the house acted as a lodging for nobility.
Further along the street is a Romanesque gateway with keystone, then opposite No 32 a door (green) with a discharging arch formed by two stones in the form of a triangle, such as can be found in Greek antiquity, feature that pre-dates therefore the Romanesque gateways.
Etwas weiter , rue de la Madeleine , drei Häuser ( n° 11-13-15) gehören zum Damenhaus . Der erste Teil ist verputzt und verdeckt die Mauersteine , wie Sie sie auf der n° 13 gesehen haben . Etwas weiter , nach links , wird die Sicht nun frei und wir können , das für die Verteidigung des Seigneurs , gerüstete Haus sehen . Weiter , in der Frontseite 2 romanische Fenster, davon ein Doppelfenster vom Herrensitz. Noch weiter , auf der selben Strasse , sehen wir eine romanische Pforte mit einem Schlussstein und gegenüber die n° 32 , eine grüne Pforte mit Steinbogen aus
2 Steinen im Dreieck , wie man sie in der griechischen Antike findet (alter als die romanischen)
Vrouwenhuis
Verder lopend in de rue de Madeleine, aan de linker kant en tegenover nr. 18, rijgen zich verschillende romaanse huizen uit de 12e eeuw in uitzonderlijk goede staat aaneen. Zij herbergden de dienstvrouwen van de Seigneur en de mannen die in het kasteel werkten.
Men ziet een romaanse deur, half cirkelvormige boog met de gulden afmeting (een harmonieuze proportie tussen lengte en breedte, wanneer de deur één meter breed is dan is haar hoogte 1m618). De houten deur is gemaakt volgens de middeleeuwse methode, d.w.z. de vertikale planken aan de binnenzijde en de horizontale aan de buitenzijde, samengehouden met voldoende lange smeedijzeren spijkers die zich naar de andere zijde draaien. Onder het dak twee dubbelvensters waarop een archaïsche holle sculptuur verschijnt. Op nr.9,
gekromd op de bovendrempel van de deur wijst een coquille St. Jacques de pelgrims, op weg naar St Jacques de Compostelle, de weg naar de slaap- en eetgelegenheid.
Met de rug naar de muur aan de even zijde, ziet men de verdieping van het bejaardenhuis twee dezelfde ramen met aan de bovenzijde van de kolom 4 beeldjes uit de 13e eeuw in griekse Cycladen stijl (zij vertegenwoordigen de windstreken).
Verder aan de rue de Madeleine, het geheel van drie huizen aan de oneven zijde (nr.11, 13 en 15) maken deel uit van het vrouwenhuis. Het eerste gedeelte is in pleisterkalk en bedekt de stenen die U op nr.13 ziet.
Na dit blok aan de linker zijde (tegenover nr. 26) is er een vrij uitzicht op de Zuidgevel van het verdedigingshuis tegenover het verblijf van de Seigneur. Geleund tegen het verdedigingshuis vertegenwoordigt de gevel 2 verstopte romaanse vensters waarvan één paarsgewijs is geplaatst (dit is een adellijk verblijf)
Verder aan de weg (tegenover nr.30), een romaanse deur met haar verschoven hengsels (zeldzaam), daarna tegenover nr. 32 een deur (groen) met stutboog door 2 driehoekige stenen, die men in de Griekse oudheid terugvindt (ouder dan de romaanse deuren).